Bron: Beat aan de Maas

De beatband bedacht medio zestiger jaren, om in navolging van de Merseybeat, de Maassound te introduceren. De muzikanten wisten alleen niet hoe die sound moest klinken. De Rotterdammers wilden ook graag miljonair worden. Die Maassound kwam niet van de grond. En miljonair zijn ze evenmin geworden: The Atlantics.

De Rotterdamse groep baarde opzien, doordat er een meisje in speelde: Ylona van der Koijk (basgitaar). Ylona: “Ik was zeventien, toen mij in 1963 werd gevraagd in de band te komen spelen. Ik had mijn bedenkingen, want van een vrouwelijke basgitarist had toen nog nooit iemand gehoord. Wat zal het publiek hiervan vinden, vroeg ik mij af.” Henk Ruseler (drums) wist haar echter te overtuigen. The Atlantics bestond verder uit John Vis (sologitaar) en een slaggitarist. Zijn naam was Piet, z’n achternaam weet ik niet meer”, zegt Van der Koijk. Na veel repeteren kwam het eerste optreden met de bassiste. “Dat was in Musis Sacrum op de Lange Haven in Schiedam. Ik scheet peentjes, maar het liep goed af. Ik zorgde ervoor dat er niks op mijn spel aan te merken viel.” Zacht De band speelde in eerste instantie voornamelijk in buurthuizen in de Maasstad en omgeving. Van der Koijk herinnert zich ook dat The Atlantics een keer een talentjacht wonnen: “Tegenstanders hadden onze versterkers gesaboteerd, waardoor we lekker zacht speelden. De jury vond dat een verademing.” Op het repertoire stonden uitsluitend instrumentale nummers. Maar toen The Beatles eraan kwamen, betekende dit dat er ook gezongen moest gaan worden. “John bleek fantastisch John Lennon te kunnen nadoen, compleet met Liverpools accent. Ik zong mee in het koortje”, zegt Van der Koijk, die korte tijd later ook zangsolo’s voor haar rekening nam. Ze weet nog precies wat het eerste nummer was dat ze zong en waar dat was: “In Hotel America in Hoek van Holland en ik zong As tears go by.” The Atlantics kende veel personele wisselingen. Vis vertrok en er kwam een andere sologitarist. Tevens ging de band op zoek naar een zanger, maar de meeste vertrokken even snel als ze gekomen waren.”Totdat een zekere Jan zich aandiende. Hij noemde zich Edgar. We zijn toen nog even door het leven gegaan als Edgar and the Atlantics. Maar Edgar verdween van het toneel toen hij een gewonnen beker en een platencontract in zijn eigen zak hield”, legt Van der Koijk het komen en gaan van bandleden uit. Contracten Nadat ook de nieuwe sologitarist Aad (Van der Koijk: “Zijn achternaam is me eveneens ontschoten”) het veld had geruimd, kwam John Vis terug in de band. Vervolgens veranderde de groep haar naam in Desillusion 21 en later in kortweg D21. Er werd veel en vaak gespeeld, omdat D21 vaste (maand)contracten kreeg, in onder meer hotel America, de Tudorbar en De Wiek. De muzikanten besloten beroeps te worden, aangezien er in de muziek volgens Van der Koijk ‘veel meer geld te verdienen was’. De groep kreeg werk in clubs in Amsterdam en Duitsland. “In Duitsland werkten we zeven dagen per week”, zegt Van de Koijk. “We stonden toen nog zelden op podia in Rotterdam.” Van der Koijk zat drie jaar in de groep. In 1967 stapte ze eruit. De formatie ging twee jaar later ter ziele. “Het was een roerige periode, maar wel een tijd waar ik met veel plezier aan terug denk”, verklapt de bassiste, die nog jarenlang beroepsmuzikant bleef en met diverse gezelschappen de hele wereld rond reisde.

The Atlantics

The Atlantics